Volgens berichten in de pers, staat in het ontwerp van regeerakkoord van de Arizonacoalitie, tussen een reeks – zogenaamde “kleinere” – maatregelen, een ogenschijnlijk onschuldig zinnetje : “De belastingaftrek van giften gaat van 45 naar 30 procent”.

De impact van deze ogenschijnlijk “kleinere” maatregel is echter enorm.

Vooreerst betreft dit niet enkel de “goede doelen” (vzw’s, stichtingen, internationale vzw’s), maar ook alle instellingen van universitair en hoger onderwijs, universitaire ziekenhuizen, OCMW’s, de culturele sector, instellingen van openbaar nut en andere instellingen opgenomen in de wet (zoals het Instituut voor Tropische Geneeskunde, Rode Kruis, Koning Boudewijnstichting, Child Focus,…).

De belastingvermindering voor giften moedigt onze medeburgers aan om bij te dragen voor het maatschappelijk belang. Het is tevens een erkenning door de overheid van het belang van de taken die het middenveld opneemt in de plaats van of in aanvulling op de openbare dienst. Hetgeen trouwens, tenminste ten dele, maar mogelijk is dankzij bijdragen van de bevolking en de bedrijven. De sector formuleert overigens innoverende antwoorden op vragen, waar vaak niet op zou worden ingegaan, en op (nieuwe) maatschappelijke noden en streeft naar evenwichten tussen missiegedrevenheid en ondernemerschap.

De maatregel betreft mensen, in de eerste plaats de meer dan een miljoen huishoudens, die jaarlijks ruim 350 miljoen euro giften overmaken voor het goede doel, gemiddeld toch meer dan €300 per gezin ! Tegelijk treft de maatregel honderdduizenden ‘begunstigden’, mensen die min of meer afhankelijk zijn van diensten of hulp die mede dankzij de vrijgevigheid van de bevolking mogelijk gemaakt worden.

De dreiging van een verlaagde belastingvermindering voor giften is dus een koude douche, in de plaats van een warme aanmoediging voor al dat werk voor het maatschappelijk belang (dat trouwens meer verdient dan een incentive van 45%).

Wat zijn de te verwachten effecten van deze maatregel ?

De ‘winst’ voor het federale budget is beperkt (naar schatting 50 à 55 miljoen euro), terwijl de verliezen voor de sector – en voor de samenleving – aanzienlijk en buiten verhouding zijn, zoals :

  • een daling van het bedrag van de giften, dus een vermindering van de eigen en vrije middelen van organisaties en instellingen;
  • de negatieve impact op de budgetten om bovenvermelde taken te verzekeren, terwijl de noden eerder stijgen dan dalen en de subsidies eerder dalen dan stijgen;
  • negatieve impact op de werkgelegenheid in de sector en verhoogde werkdruk voor wie in dienst kan blijven.

In deze onzekere en duistere tijden, is het vitaal voor de hele samenleving dat bemoedigende, stimulerende en hoopgevende signalen gegeven worden. Deze maatregel, zoals die zou voorzien zijn in het regeerakkoord, doet net het omgekeerde.